De 5 belangrijkste wijzingen in de jaarverslagstaten
Artikel: Marco de Kuijer, Manager Actuarieel Control
Pensioenfondsen die niet invaren gaan dubbel rapporteren. Zij krijgen ook te maken met een verslagstaat collectieve resultaatdeling. In de jaarstaten komen maatmensberekeningen en een toetsing van de risicohouding. En het pensioenfonds gaat rapporteren over nieuwe balansposten. De Nederlandsche Bank (DNB) startte op 17 januari een consultatie over wijzigingen in de rapportagevereisten van de jaarverslagstaten. De nieuwe jaarverslagstaten gelden vanaf 2025 en daarmee voor rapportages over het jaar 2024. We zetten de 5 belangrijkste wijzigingen voor u op een rij.
1. Pensioenfondsen die niet invaren, rapporteren straks in 2 kaders
De concept jaarstaten bevestigen dat een pensioenfonds dat niet (alle) pensioenen invaart in de nieuwe regeling, dubbele rapportageverplichtingen krijgt. Dat is niet verrassend maar zeker wel belangrijk om rekening mee te houden. Voor de nieuwe regeling volgens de regels uit de Wet toekomst pensioenen (WTP) rapporteert het pensioenfonds volgens het WTP-kader. Voor de niet-ingevaren pensioenen geldt het Financieel toetsingskader (FTK). Daar bovenop komen ook nog een aantal staten waarin beide kaders geconsolideerd worden.
2. DNB werkt aan de verslagstaat collectieve resultaatdeling
Nog niet alles is bekend. De Nederlandsche Bank geeft namelijk aan dat ook de maandelijkse verslagstaten nog wijzigen. En de verslagstaat die de collectieve resultaatdeling duidt, werkt De Nederlandsche Bank nog uit. Het is heel complex om het collectieve resultaat goed uit te splitsen naar resultaten - zoals rendement, rente, sterfterisico's, grondslagen voor inkoop - en tevens goed te onderbouwen. Met name over de verslagstaat voor collectieve resultaatdeling moet daarom niet licht gedacht worden. Daarnaast bracht De Nederlandsche Bank nu slechts een consultatieversie uit, de definitieve staten volgen later dit jaar.