Vijf vragen over de gevolgen van overstromingen op de financiële sector
Als centrale bank onderzoeken we voortdurend wat de risico’s zijn voor het financiële systeem als omstandigheden ingrijpend veranderen. Wat, bijvoorbeeld, als Nederland op verschillende plaatsen overstroomt? We hebben recent al gezien hoe groot de impact kan zijn voor huishoudens en bedrijven. Nieuw onderzoek van DNB en wateronderzoeksinstituut Deltares brengt in kaart in welke mate gebouwschade tot hogere kredietrisico’s voor banken zou leiden. Vooralsnog blijkt dat mee te vallen. Hieronder leggen we uit waarom.
1. Welk verband is er tussen klimaatverandering en de financiële sector?
Een kwart van de oppervlakte van Nederland ligt onder zeeniveau en ongeveer de helft van het land is blootgesteld aan overstromingen vanuit de kust en de rivieren. Een groot deel van ons vastgoed ligt in het overstromingsgevoelige deel van ons land, vastgoed dat een groot deel uitmaakt op de balans van banken. Leningen voor woningen en kantoren vormen bijna de helft van de bezittingen van Nederlandse banken. Overstromingen, kunnen dus een financieel risico betekenen voor banken.
2. Er is veel geschreven over de klimaatrisico’s voor de woningmarkt en hoe dit de financiële sector raakt. Waarom nieuw onderzoek?
In een tijd met toenemende zorgen over zeespiegelstijging en toenemende piekafvoeren in de rivieren is het logisch dat de link tussen overstromingen en de financiële sector wordt onderzocht. Er is de laatste tijd dan ook veel aandacht voor dit thema. Het is belangrijk om daar ook te kijken naar mogelijke systeemrisico’s. Een overstroming zou een deel van ons land tegelijkertijd raken. Omdat de gebouwschade in zo’n geval meestal niet verzekerd is, ligt het voor de hand dat een aantal banken tegelijkertijd rekening moet houden met hogere kredietrisico’s. Het is belangrijk om te weten in welke mate risico’s dan kunnen oplopen voor het bankwezen als geheel. Als die risico’s te hoog worden, kan dit bijvoorbeeld leiden tot een terugloop in de kredietverlening.